SCHIETEN, VLIEGEN EN OVERLEVEN: KONINGSDAG BOVEN STRIJP
- M.J. De Vries
- 29 apr
- 2 minuten om te lezen

DE BUURT IN BEELD
De buurtvereniging van Strijp wilde luchtfoto’s laten maken. Remco Lancee, mijn buurman en lid van een lokale vliegclub, vroeg of ik samen met hem deze foto's wilde schieten.
We hadden al eens eerder gevlogen – toen voor de lol, nu voor een serieuze missie: onze wijk vastleggen tijdens Koningsdag. Springkussens, rommelmarkten, versierde fietsen – en als klap op de vuurpijl de rommelmarkt van Piet Hein Eek, midden in de wijk.
Ik wist dat ik bij Remco in goede handen was: ervaren, rustig en precies. Daar zou het niet aan liggen.
GEEN DRONE, MAAR WEL WINDKRACHT 8
Om 10.30 uur stegen we op, nadat de mist eindelijk was opgetrokken.
De vlucht duurde 55 minuten: 55 minuten lang cirkelden we boven de wijk.

Ik zat achter Remco, camera uit het raampje, dikke donsjas aan tegen de kou. Mijn 180mm-lens – normaal perfect voor afstandsopnames – ving zoveel wind dat ik hem nauwelijks stil kon houden. De koude vliegwind én de propellerwind sloegen tegelijk in mijn gezicht.
Klinkt stoer? Vergeet het maar. Na twintig minuten begon mijn maag te protesteren. Koud zweet. Een tollend hoofd. Soms vroeg ik Remco om even rechtuit te vliegen, zodat ik mijn evenwicht kon terugvinden — wat hij gelukkig direct deed.
Maar de combinatie van rondjes draaien, koude luchtstromen en het gewicht van mijn lens maakte het fysiek een pittige klus. Op dat moment snapte ik ineens waarom mensen een drone inzetten.
DE VOORDELEN VAN EEN DRONE
Je blijft zelf met beide benen op de grond.
Je hoeft niet tegen de wind in te vechten.
Je kunt rustig kadreren, scherpstellen én ademhalen.
Kortom: vliegen is mooi, maar met beide benen op de grond blijven heeft zo zijn voordelen. Toch had deze ervaring me nog iets anders te leren...
LES: VLIEGEN IS MOOI, MAAR ZWAARDER DAN HET LIJKT
Gelukkig had ik me goed voorbereid. Van tevoren had ik een shotlist gemaakt: een lijst met alle plekken en situaties die ik wilde vastleggen. Zo hoefde ik tijdens de vlucht niet meer te improviseren – iets wat onmogelijk was met een tollend hoofd en koude vingers. Ook had ik mijn camera zo ingesteld dat ik nauwelijks op het scherm hoefde te kijken. Minder afleiding betekende minder kans op misselijkheid.
Samen met Remco had ik vooraf doorgenomen wat ik wilde schieten. Dat werkte prettig: hij wist precies welke hoeken ik nodig had, zodat we efficiënt konden vliegen.
En eerlijk is eerlijk: de foto's zijn goed gelukt. Maar ik weet ook: er zit nog méér in. We zouden de komende maanden nog een paar keer de lucht in moeten om echt een topserie te maken.
Alleen... ik ben daar niet voor gemaakt.
Mijn plek is op de grond. Ik blijf bij het maken van bedrijfsportretten. Rustig. Gecontroleerd. Met beide benen stevig op de vloer. Sommige verhalen maak je het liefst op vaste grond. Gelukkig leveren ze ook dan nog hoogvliegers op.
BENIEUWD NAAR DE BEELDEN?
Bekijk hieronder de selectie luchtfoto’s – en oordeel zelf of het avontuur de moeite waard was.
Comments